Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • la circulation = het verkeer
  • le véhicule = het voertuig
  • la camionnette = de bestelauto
  • la roue = het wiel
  • le conducteur = de bestuurder
  • le feu = het vuur
  • la poubelle = de vuilnisbak
  • l’immeuble (m) = het flatgebouw
  • obligatoire = verplicht
  • assister à = aanwezig zijn bij
  • pratiquer = beoefenen
  • dépenser = geld uitgeven