Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • embêter = pesten, lastig vallen / pesten / lastig vallen
  • se presser = zich haasten
  • au contraire = in tegendeel
  • aboutir à = uitlopen op
  • la tension = de spanning
  • une béquille = een kruk
  • lâche = laf
  • hostile = vijandelijk
  • moche = lelijk
  • se décaler = afwijken
  • se vanter de = opscheppen over
  • la thèse = de stelling
  • assumer = aanvaarden, aannemen / aanvaarden / aannemen
  • d'une part … d'autre part = aan de ene kant … aan de andere kant
  • d'une part d'autre part = aan de ene kant aan de andere kant
  • incessant = onophoudelijk
  • sembler = lijken
  • finir par = uiteindelijk
  • apaisé = rustig, bedaard
  • se moquer de = plagen, voor de gek houden / plagen / voor de gek houden
  • fréquenter = omgaan met
  • minoritaire = in de minderheid
  • se ruer sur = zich storten op
  • la tentation = de verleiding
  • exclu = buitengesloten
  • au-delà de = afgezien van
  • un enjeu = een inzet