Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • pas question = geen sprake van
  • manquer = missen
  • expliquer = uitleggen
  • réciproque = wederzijds
  • rigolo = grappig
  • violent = gewelddadig
  • le rendez-vous = de afspraak
  • accompagner = meegaan met
  • compter = ertoe doen / tellen
  • avoir l’air = lijken / eruitzien
  • avoir raison = gelijk hebben
  • être d’accord = het eens zijn
  • se sentir bien = zich goed voelen
  • plutôt = eerder / liever
  • venir chercher = ophalen
  • se balader = wandelen
  • la bande-annonce = de trailer
  • au début = in het begin
  • avoir envie de = zin hebben om
  • appeler quelqu’un = iemand bellen
  • annuler un rendez-vous = een afspraak afzeggen
  • inviter = uitnodigen
  • remettre un rendez-vous / déplacer un rendez-vous = een afspraak verzetten
  • proposer = voorstellen