- Frans Nederlands
- la politesse = de beleefdheid
- bienvenue = welkom
- toutefois = toch
- contrairement à = in tegenstelling tot
- l’attente = de verwachting
- le souhait = de wens
- vis-à-vis de = ten opzichte van
- la sensibilisation = de bewustmaking
- la fréquentation = het vaker bezoeken / het bezoeken
- en hausse = stijgend
- reconnaître = herkennen / erkennen
- afin de = om … te
- malgré = ondanks
- limité = beperkt
- il y a = geleden
- améliorer = verbeteren
- l’immeuble = het flatgebouw
- en plus = bovendien
- l’agression = de aanval
- en attendant = intussen
- la courtoisie = de hoffelijkheid
- la maîtrise = het beheersen
- coller = plakken
- or = welnu
- immobilier = onroerendgoed
- se faire du souci = zich zorgen maken
- le commerçant = de winkelier
- la dépense = de uitgave
- la nature = de aard
- énumérer = opsommen
- la visite guidée = de rondleiding
- l’atterrissage = de landing
- la station balnéaire = de badplaats
- la curiosité = de bezienswaardigheid
- la destination = de bestemming
- le circuit touristique = de rondreis