EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Libre Service vierde editie
HAVO - Leerjaar 5 - 4e editie
5 havo-Module Parler , LEÇON 3 t/m 6
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
bienvenue !
=
welkom!
poser une question
=
een vraag stellen
volontiers
=
graag
pour aller à ?
=
hoe kom ik bij?
le distributeur
=
de automaat / de geldautomaat
il est nécessaire
=
het is nodig
plan
=
de plattegrond
parisien
=
Parijs
le carnet de dix tickets
=
tien metrokaartjes
fonctionner
=
werken / functioneren
aucune
=
geen enkele
descendre
=
uitstappen
le séjour
=
het verblijf
expliquer
=
uitleggen
l’étranger
=
de buitenlander
venir de
=
zojuist / net
se trouver
=
zich bevinden
la ligne
=
de lijn
initial
=
begin
agréable
=
aangenaam
le guichet
=
het loket
vas-y
=
ga je gang
le petit-déjeuner
=
het ontbijt
la clé
=
de sleutel
la chambre simple
=
de éénpersoons
la double
=
tweepersoonskamer
l’ascenseur
=
de lift
la réception
=
de receptie
la salle de bains
=
de badkamer
complet
=
vol
la femme de chambre
=
het kamermeisje
compris
=
inbegrepen
réserver une chambre
=
een kamer reserveren
la tasse
=
het kopje
rembourser
=
geld teruggeven
la carte bancaire
=
de bankpas
temporaire
=
tijdelijk
l’addition
=
de rekening
le ticket
=
het bonnetje
ça me plaît
=
het bevalt me / ik vind het leuk
l’erreur
=
de vergissing / fout
avaler
=
inslikken
la puce
=
de chip
réchauffer
=
opwarmen
le compte en banque
=
de bankrekening
se renseigner
=
informeren / navragen
plaire
=
bevallen
commander
=
bestellen
le poulet
=
de kip
au lieu de
=
in plaats van
le code confidentiel
=
de pincode
cuit
=
gaar
la plainte
=
de klacht
valable
=
geldig
retirer de l’argent
=
geld opnemen
le casque
=
de koptelefoon
l’emballage
=
de verpakking
le hors-d’œuvre
=
het voorgerecht
l’assiette
=
het bord
déjeuner
=
lunchen
le serveur
=
de ober
le repas
=
de maaltijd
le verre
=
het glas
la serveuse
=
de serveerster
le pourboire
=
de fooi
la boisson
=
het drankje
le plat du jour
=
de dagschotel
de préférence
=
bij voorkeur
disponible
=
beschikbaar
couramment
=
vloeiend
francophone
=
Franstalig
améliorer
=
verbeteren
le néerlandais
=
het Nederlands
le logement
=
het onderdak / de huisvesting
le travail
=
het werk
le Midi
=
Zuid-Frankrijk
le langue maternelle
=
de moedertaal
exact
=
precies
en été
=
in de zomer
compliqué
=
ingewikkeld
défi
=
de uitdaging
le salaire
=
het salaris
le bac / le baccalauréat
=
het eindexamen
quelques
=
enkele
faire des études
=
studeren
tenir au courant
=
op de hoogte houden
avoir l’intention de
=
van plan zijn om
l’entreprise
=
de onderneming / het bedrijf
se débrouiller
=
zich redden
échouer
=
zakken
à échouer
=
voor zakken
le diplôme
=
het diploma
la terminale
=
de eindexamenklas
la formation
=
de opleiding
la matière
=
het schoolvak
le conseiller d’orientation
=
de decaan
réussir
=
slagen
à réussir
=
voor slagen
filière
=
het profiel
les études
=
de studie
l’oral
=
het mondeling
l’exposé
=
de spreekbeurt
finir bien
=
goed aflopen
la description
=
de beschrijving
l’amateur
=
de liefhebber
le physique
=
het uiterlijk
le sujet
=
het onderwerp
le personnage principal
=
de hoofdpersoon
le policier
=
de thriller / misdaadfilm
l’introduction
=
de inleiding
décrire
=
beschrijven
recommander
=
aanbevelen
l’histoire
=
het verhaal
le metteur en scène
=
de regisseur
se dérouler
=
zich afspelen
l’écrivain / l’auteur
=
de schrijver
le suspense
=
de spanning
à mon avis
=
naar mijn mening
le retour en arrière
=
de flashback
traiter de / porter sur
=
gaan over
le dénouement
=
de ontknoping
le son
=
het geluid
l’émission
=
de uitzending
le compte
=
account
l’enregistrement
=
de opname / de geluidsopname
l’écran
=
het scherm
la chaîne
=
zender
la télécommande
=
de afstandsbediening
l’appli
=
de app
la presse
=
de pers
les médias sociaux
=
de sociale media
aucun
=
geen enkel