EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Libre Service vierde editie
VWO - Leerjaar 6 - 4e editie
6 vwo-Module Écouter, LEÇON 1
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
draguer
=
versieren
se rapprocher
=
nader tot elkaar komen
ringard
=
ouderwets
râler
=
mopperen
piquer
=
prikken
le torchon
=
de vaatdoek / theedoek
craquer pour
=
vallen voor / geen nee kunnen zeggen
le malentendu
=
het misverstand
l’étoile (f)
=
de ster
rendre
=
teruggeven
emprunter à
=
lenen van
le saut
=
de sprong
soit .. soit …
=
hetzij … hetzij …
se tromper
=
zich vergissen
tout m’échappe
=
alles ontgaat me
le destin
=
het lot
prudent
=
voorzichtig
le manège
=
de draaimolen
comme d’habitude
=
zoals gewoonlijk
orgueilleux
=
trots / hoogmoedig
l’enterrement (m)
=
de begrafenis
prendre quelqu’un pour
=
iemand aanzien voor
être sûr de soi
=
zelfverzekerd zijn
le grand huit
=
de achtbaan
la grève
=
de staking
interrompu
=
onderbroken
méfiant
=
wantrouwend
l’objectif (m)
=
het doel
au départ
=
in het begin
le mouchoir
=
de zakdoek
inconscient
=
bewusteloos
être hospitalisé
=
opgenomen worden in het ziekenhuis
la civière
=
de brancard
le/la secouriste
=
de EHBO’er
le sparadrap
=
de pleister
le pansement
=
het verband
la respiration
=
de ademhaling
l’urgence (f)
=
het noodgeval
la victime
=
het slachtoffer
la perte de sang
=
het bloedverlies