Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • moins = minder
  • quoi ? = wat?
  • brancher = (op de stroom) aansluiten
  • la poubelle = de prullenbak
  • mieux = beter
  • recycler = hergebruiken
  • sûr = zeker
  • expliquer = uitleggen
  • fonctionner = werken
  • occupé = bezet
  • écolo = milieubewust
  • la protection = de bescherming
  • la nature = de natuur
  • cassé = kapot
  • recharger = opladen
  • l’appareil (m) = het apparaat
  • le produit = het product
  • vendre = verkopen
  • la main = de hand
  • la distance = de afstand
  • réparer = repareren
  • ressembler à = lijken op
  • montrer = laten zien
  • la sortie = het uitkomen (van een nieuw apparaat)
  • jeter = (weg)gooien