Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • quel = welk
  • tôt = vroeg
  • janvier = januari
  • je regrette = het spijt me
  • il vient = hij komt
  • en provenance de = die komt uit
  • le retard = de vertraging
  • le copain = de vriend
  • c'est interdit = het is verboden
  • il fait très beau = het is heel mooi weer
  • il fait du soleil = het is zonnig
  • il fait froid = het is koud
  • il pleut = het regent
  • je viens vous chercher = ik kom jullie ophalen
  • à destination de = met de bestemming
  • la possibilité = de mogelijkheid
  • la moitié = de helft
  • la solution = de oplossing
  • à l'avance = van tevoren
  • librement = vrijelijk
  • choisir = kiezen
  • partir = vertrekken
  • l'hiver = de winter
  • un amateur = een liefhebber
  • proposer = voorstellen