EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord2
2hv
2hv-H3-FN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
la bûche / un gâteau avec la forme d'une bûche
=
kerstgebak (in de vorm van een boomstam) / kerstgebak / boomstam
mélanger / faire un mélange
=
mengen / roeren
le chapeau
=
de hoed
le tirage au sort
=
de trekking / de loting
le premier
=
de eerste
d'abord / premièrement
=
eerst
viens
=
kom
hebdomadaire / chaque semaine
=
wekelijks / elke week
espérer / avoir de l'espoir
=
hopen
j'espère / j'ai l'espoir
=
ik hoop
la façon / la manière
=
de manier / de wijze
la Saint-Sylvestre / le 31 décembre
=
oudejaarsavond
démodé / vieillot
=
ouderwets / verouderd
cher / onéreux / coûteux
=
duur / kostbaar
une galette / la galette des Rois
=
een koek / een koekje / een platte koek / een wafel / een Driekoningentaart
les biscuits salés / les biscuits apéritif
=
de zoutjes
la rangée / le rang
=
de rij / een rij
le thème / le sujet
=
het thema / het onderwerp
une guirlande
=
een slinger
un ruban noir
=
een zwart lint
décorer / réaliser une décoration
=
versieren
le secret / le mystère
=
het geheim
sûrement
=
zeker
sage
=
zoet / lief
le lutin / le nain
=
de kabouter
tu veux dire
=
je bedoelt / jij bedoelt / je meent / jij meent
le courant / l'électricité
=
de stroom
un morceau / une part
=
een stuk (van een taart bijv.) / een stuk taart / een stuk