Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • fais attention = let op
  • l'autoroute = de autoweg
  • rouler = rijden
  • un bouchon = een file
  • dans une heure = over een uur
  • dans = plan
  • j'espère = ik hoop
  • la nuit = de nacht
  • le vol = de vlucht
  • la clé = de sleutel
  • se dépêcher = zich haasten
  • oublier = vergeten
  • le truc = het ding
  • la chaussure = de schoen
  • la destination = de bestemming
  • une invention = een uitvinding
  • un arrondissement = een wijk (in Parijs) / een wijk
  • la piscine = het zwembad
  • le style = de stijl
  • la beauté = de schoonheid
  • tester = testen
  • le maquillage = de make-up
  • sentir = ruiken