EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord2
3-4vmbo-gt
3-4vmbo-gt-H4-FN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
emmener
=
meenemen
ramasser
=
ophalen
le bus de ramassage scolaire
=
de schoolbus
devoir
=
moeten
dès
=
vanaf
une brebis
=
een ooi
ramener
=
terugbrengen
le secteur
=
het gebied
la patience
=
het geduld
être responsable de
=
verantwoordelijk zijn voor
un arrêt
=
een halte
confier
=
toevertrouwen
s'attacher à
=
zich hechten aan
le bouchon
=
de file
la pollution
=
de vervuiling
d'habitude
=
gewoonlijk
être en retard
=
te laat zijn
bloquer
=
blokkeren
une solution
=
een oplossing
chahuter
=
keet schoppen
le menteur
=
de leugenaar
coller
=
plakken
le siège
=
de zitplaats
Tu vas faire quoi?
=
Wat ga je doen?
un écran
=
een scherm
géant
=
heel groot
nettoyer
=
schoonmaken
un mâle
=
een mannetje
jeter un oeil sur
=
een blik werpen op
être satisfait
=
tevreden zijn
également
=
eveneens
car
=
want
sauf
=
behalve
depuis
=
sinds
la ferme
=
de boerderij
un animal domestique
=
een huisdier
un mouton
=
een schaap
un ours
=
een beer
un singe
=
een aap
l'élevage
=
de veeteelt
une région très peuplée
=
een dicht bevolkt gebied
autour de
=
rondom
un jardin potager
=
een groentetuin
la balade
=
de wandeling
Ça te convient?
=
Komt dat je uit?
certainement
=
zeker
avoir horreur de
=
een afschuw hebben van
la poche
=
de zak
hausser les épaules
=
de schouders ophalen
se mettre en rang
=
in de rij staan
une cour
=
een binnenplaats
la différence
=
het verschil
à travers
=
dwars door