EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord2
5vwo
5vwo-H1-NF
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
en fin de
=
aan het eind van
sinon
=
behalve dat
le passe-temps favori
=
de lievelingshobby
le lundi après-midi
=
de maandagmiddag / elke maandagmiddag
un dîner de famille
=
een etentje met de familie
grave
=
erg
pendant
=
gedurende
le mieux serait de
=
het beste zou zijn om
il vaut mieux
=
het is beter om
il est facile de
=
het is makkelijk om
il m’arrive de
=
het komt voor dat ik
j’ai appris à parler français
=
ik heb Frans leren spreken
de toute façon / en tout cas
=
in ieder geval
il faut
=
je moet
venir chercher
=
komen ophalen
assez
=
nogal
se rencontrer
=
elkaar ontmoeten
essayer de
=
proberen om
compter
=
rekenen op / verwachten
embêtant
=
saai / vervelend
faire du sport
=
sporten
en même temps
=
tegelijkertijd
avoir le temps
=
tijd hebben
jusqu’à environ
=
tot ongeveer
faire la grasse matinée
=
uitslapen
avoir beaucoup de loisirs
=
veel vrije tijd hebben
être obligé de
=
verplicht zijn om
se promener
=
wandelen
avoir envie de
=
zin hebben om
chanter
=
zingen
sortir avec des amis
=
uitgaan met vrienden
prendre un pot
=
iets gaan drinken
assister à un concert
=
een concert bijwonen
assister à un match
=
een wedstrijd bijwonen
écouter de la musique
=
naar muziek luisteren
regarder la télé
=
televisiekijken
lire des magazines
=
tijdschriften lezen
se détendre
=
zich ontspannen
louer une vidéo
=
een video huren
chatter sur Internet
=
chatten op internet
jouer d’un instrument
=
een instrument bespelen
au café
=
naar het café
au cinéma
=
naar de bioscoop
en discothèque
=
naar de discotheek
au restaurant
=
naar het restaurant
dans un club de sport
=
naar een sportclub
quelquefois
=
soms
régulièrement
=
geregeld / regelmatig
très peu
=
erg weinig
assez souvent
=
tamelijk vaak
rarement
=
zelden
une fois par semaine
=
een keer per week
une fois par mois
=
een keer per maand
le samedi
=
’s zaterdags
après l’école
=
na school
pendant le week-end
=
in het weekend
dans trois jours
=
over drie dagen
en fin de semaine
=
aan het einde van de week
les sorties nocturnes
=
‘s avonds laat uitgaan
eh bon
=
nou
tu vois
=
zie je
tu sais
=
weet je
pour moi
=
wat mij betreft
voyons
=
laten we eens kijken
vraiment
=
echt / heus
alors
=
dan / dus
c’est-à-dire
=
dat wil zeggen
donc
=
dus / zo
voilà
=
dat is het
en ce qui concerne
=
wat betreft
et tout ça
=
en dat allemaal
c’est que
=
dat komt omdat
d’affilée
=
achter elkaar
tirer
=
afdrukken
la prise de vue
=
de opname
le cours théorique
=
de theorieles
faire partie de
=
deel uitmaken van
fourni par l’école
=
door de school verstrekt
une vingtaine
=
een twintigtal
terminer par
=
eindigen met
travailler des photos
=
foto’s bewerken
prendre de bonnes photos
=
goede foto’s nemen
le matériel
=
het materiaal
le thème
=
het thema
inscrit
=
ingeschreven
montrer
=
laten zien
par semaine
=
per week
agrandir
=
vergroten
six heures de cours
=
zes uur les
en dernier
=
als laatste
le message
=
de boodschap
les vacances d’automne
=
de herfstvakantie
réel
=
echt
une adresse
=
een adres
une abréviation
=
een afkorting
une invitation
=
een uitnodiging
un anniversaire
=
een verjaardag
enfin
=
eindelijk
se voir
=
elkaar zien
arriver à
=
erin slagen
francophone
=
Franstalig
félicitations
=
gefeliciteerd
la conversation
=
het gesprek
le visage
=
het gezicht
le mot interrogatif
=
het vraagwoord
cela me ferait plaisir
=
ik zou het leuk vinden
se connecter
=
inloggen
bavarder
=
kletsen / chatten
cliquer
=
klikken
importuner
=
lastigvallen
en temps réel
=
live
ignorer
=
negeren
en ligne
=
online