EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
1havo
1havo-H7-FN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
faire du théâtre
=
toneelspelen
faire du doublage
=
inspreken in landstaal / inspreken
une pub
=
een reclamespotje / een reclamespot / een spot / een spotje
il suit (suivre) / il suit
=
hij volgt
passer les vacances
=
de vakantie doorbrengen
le ciel
=
de hemel
mieux
=
beter
avoir lieu
=
plaatsvinden / plaatshebben
avoir de la chance
=
geluk hebben / boffen
le port
=
de haven
fatigant
=
vermoeiend
voir
=
zien
une bonne tête
=
een goed hoofd
avoir envie de
=
zin hebben om / zin hebben in
Quelle taille as-tu?
=
Hoe lang ben je? / Hoe groot ben je?
un nuage
=
een wolk
une grosse vague
=
een grote golf / een hoge golf
Ne perds pas!
=
Verlies niet!
un bain de mer
=
een duik in zee
la fraîcheur
=
de frisheid
un rêve
=
een droom
les nouvelles
=
het nieuws
un petit mot
=
een berichtje / een bericht / een krabbel
les gens
=
de mensen
au bord de
=
aan de rand van
assister à
=
bijwonen
Je ne connais pas encore
=
Ik ken nog niet
impatient
=
ongeduldig
découvre
=
ontdek
vue jardin
=
uitzicht op de tuin
C’était un succès.
=
Het was een succes.
une île
=
een eiland
la côte
=
de kust
la capitale
=
de hoofdstad
C’est presque sûr que
=
Het is bijna zeker dat
de plus
=
meer
les jours suivants
=
de volgende dagen
dans dix jours
=
over tien dagen
tout le mois
=
de hele maand / de gehele maand / heel de maand
la nuit
=
de nacht / ‘s nachts
un vol direct
=
een rechtstreekse vlucht / een directe vlucht