EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
1vmbo-gth
1vmbo-gth-H7-NF
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
un cours
=
een les
les grands-parents
=
de grootouders
Il fait beau.
=
Het is mooi weer.
Il fait chaud.
=
Het is warm weer.
la neige
=
de sneeuw
la pluie
=
de regen
la semaine
=
de week
la route
=
de weg
J’ai faim.
=
Ik heb honger.
Tu es fou!
=
Je bent gek!
passer par le port
=
langs de haven gaan
visiter
=
bezoeken
premier / première
=
eerste
l’année dernière
=
vorig jaar
malade
=
ziek
un petit ami
=
een vriendje
la montagne
=
de berg
la mer
=
de zee
bronzer
=
bruin worden
oublier
=
vergeten
souhaiter
=
wensen
hier soir
=
gisteravond
la table
=
de tafel
inviter
=
uitnodigen
utiliser
=
gebruiken
tu connais
=
jij kent
l’avion
=
het vliegtuig
la plage
=
het strand
quelques jours
=
enkele dagen
les jours suivants
=
de komende dagen
le temps
=
het weer
pourquoi
=
waarom
parce que
=
omdat
Combien de temps?
=
Hoe lang?
la campagne
=
het platteland