EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
1vwo
1vwo-H4-FN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
voyager
=
reizen
le bénévole
=
de vrijwilliger
la bénévole
=
de vrijwilligster
le club d’échecs
=
de schaakclub
écrire des poèmes
=
gedichten schrijven
ma casquette
=
mijn petje / mijn pet
ma trousse de toilette
=
mijn toilettas
des chaussettes
=
sokken
un rendez-vous
=
een afspraak / een afspraakje
son meilleur copain
=
zijn beste vriend
la mamie-gâteau
=
de suikeroma / de lievelingsoma
Tu viens avec moi?
=
Kom je met me mee? / Kom jij met me mee? / Kom jij met mij mee?
on boit
=
we drinken / men drinkt
plein de
=
een heleboel / heel veel
elle connaît
=
zij kent / ze kent
Tu vois?
=
Zie je? / Zie jij?
un gâteau
=
een koekje / een gebakje
beaucoup de monde
=
veel mensen
une bonne affaire
=
een koopje
le survêtement
=
het trainingspak
Vous entendez bien.
=
U hoort het goed. / Jullie horen het goed.
avoir de la chance
=
geluk hebben
un magasin d’animaux
=
een dierenwinkel
Tu n’es pas sérieuse!
=
Dat meen je niet! / Jij bent niet serieus! / Je bent niet serieus!
prends soin de
=
verzorg / zorg / zorg voor
gros / grosse
=
dik
un bisou
=
een kusje / een kus / een zoen / een zoentje
la mairie
=
het stadhuis / het gemeentehuis
après
=
na / erna / daarna
d’habitude
=
gewoonlijk / normaal gesproken
le mariage civil
=
het burgerlijk huwelijk
un château
=
een kasteel
au bord de
=
aan de oever / aan de oever van / aan de rand van
Ils sont d’accord.
=
Ze zijn het er mee eens. / Zij zijn het er mee eens.
bleu foncé
=
donkerblauw
Je ne sais pas encore.
=
Ik weet het nog niet.
C’est tendance.
=
Dat is in de mode. / Dat is de mode.
Je voudrais bien
=
Ik zou graag willen
quand même
=
toch
dommage
=
jammer
je prends
=
ik neem