EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
1vwo
1vwo-H4-NF
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
un frère
=
een broer
une soeur
=
een zus
la langue
=
de taal
la copine / l'amie
=
de vriendin
ma valise
=
mijn koffer
j’ai mis
=
ik heb gelegd
remplacer
=
vervangen
chaque semaine
=
iedere week
passer
=
langsgaan
en ville
=
naar de stad
porter
=
dragen
faire des courses
=
boodschappen doen
acheter
=
kopen
Pourquoi?
=
Waarom?
parce que
=
omdat
le jour
=
de dag
tôt
=
vroeg
Il fait beau!
=
Het is mooi weer!
rester
=
blijven
vite
=
snel
l’après-midi
=
de middag
la grand-mère
=
de grootmoeder
demander
=
vragen
une heure
=
een uur
les devoirs
=
het huiswerk
un enfant
=
een kind
une robe
=
een jurk
court / courte
=
kort
le soir
=
s avonds
donner
=
geven
le grand-père
=
de grootvader
content / contente
=
blij
commander
=
bestellen
en ligne / sur Internet
=
op internet
bon marché
=
goedkoop
un blouson
=
een jack
le vendeur
=
de verkoper
je regrette
=
het spijt me
trop
=
te
cher / chère
=
duur