Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • ancien = oud, van vroeger
  • posséder = bezitten
  • amener = meenemen, brengen
  • une aile = een vleugel
  • le monde entier = de hele wereld
  • séjourner = verblijven
  • peindre = schilderen
  • cultiver = verbouwen
  • l'or = het goud
  • découvrir = ontdekken
  • sauter aux yeux = in het oog springen
  • ainsi = zó, op deze manier
  • l'hébergement = de huisvesting
  • une famille d'accueil = een gastgezin
  • recommander = aanbevelen
  • développer = ontwikkelen
  • un compte sur Facebook = een account op Facebook
  • utiliser = gebruiken
  • le réseau social = het sociale netwerk
  • une expérience = een ervaring
  • le genre = de soort
  • attendre = wachten
  • la vie = het leven
  • assez = genoeg
  • avoir accès à = toegang hebben tot
  • le temps libre = de vrije tijd
  • une enquête auprès de = een enquête onder
  • je fais du judo = ik zit op judo
  • l'ordinateur = de computer
  • je m'ennuie = ik verveel me
  • parfois = soms
  • cuisiner = koken
  • rester en forme = in conditie blijven
  • un interdit = een verbod
  • on pourrait = we (zouden) kunnen
  • la nourriture = het eten, het voedsel
  • un légume = een groente
  • le poisson = de vis
  • le frigo = de koelkast
  • approcher = naderen
  • le feu = het vuur
  • allumer = aansteken
  • éteindre = doven
  • une amende = een boete