EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
4vwo
4vwo-H1-NF
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
au bord de la mer
=
aan zee
se faire bronzer
=
bruin worden
un cauchemar
=
een nachtmerrie
un sac de couchage
=
een slaapzak
du travail volontaire / du bénévolat
=
vrijwilligerswerk
se baigner dans la mer
=
in zee zwemmen
monter
=
instappen
aller en boîte / sortir en boîte
=
naar de discotheek
aller à la plage
=
naar het strand gaan
inoubliable
=
onvergetelijk
un jour
=
op een dag
retourner en Espagne / rentrer en Espagne
=
teruggaan naar Spanje
rentrer
=
terugkomen
pendant toutes les vacances
=
tijdens de hele vakantie
il y a deux ans
=
twee jaar geleden
sortir
=
uitgaan
s'ennuyer
=
zich vervelen
avoir envie de
=
zin hebben in
Tu as passé de bonnes vacances?
=
Heb je een fijne vakantie gehad?
Tu n'as rien fait de spécial?
=
Heb je niets speciaals gedaan?
Ça s'est bien passé les vacances?
=
Is de vakantie goed verlopen?
Tu as été ou?
=
Waar ben je geweest?
Quand est-ce que vous êtes rentrés?
=
Wanneer zijn jullie teruggekomen?
Qu'est-ce que vous avez fait?
=
Wat hebben jullie gedaan?
C’est mille fois mieux.
=
Dat is vele malen beter.
Le lycée est pire que le collège.
=
De bovenbouw is veel erger dan de onderbouw.
la plupart de
=
de meeste
la maturité
=
de volwassenheid
s’accrocher
=
doorzetten
C’est plus dur niveau cours.
=
Het niveau ligt hoger.
Je suis désolé.
=
Het spijt me.
l’époque
=
het tijdperk
Qu’est-ce que j’ai hâte!
=
Ik kan haast niet wachten!
Je trouve que / je suis d'avis
=
Ik vind dat
On prend une certaine maturité.
=
Men wordt wat volwassener.
à mon avis
=
naar mijn mening
découvrir / trouver
=
ontdekken
soulagé
=
opgelucht
barbant
=
stomvervelend
contredire
=
tegenspreken
d’après moi
=
volgens mij
par rapport à / sur
=
wat betreft