EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
4vwo
4vwo-H3-NF
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
conseiller
=
adviseren
en début d'après-midi
=
aan het begin van de middag
Ie refuge
=
de berghut
la confirmation
=
de bevestiging
le repas
=
de maaltijd
la semaine
=
de week
en semaine
=
doordeweeks
la randonnée
=
de wandeltocht
coûter
=
kosten
du … au ...
=
van … tot …
Nous voudrions faire
=
We zouden graag willen doen
Combien ça coûte?
=
Hoeveel kost het?
Je veux bien réserver.
=
Ik wil graag reserveren.
Quelle est votre adresse?
=
Wat is het adres?
Vous pouvez épeler?
=
Kunt u het spellen?
C'est à quel nom?
=
Op welke naam?
Vous êtes combien?
=
Met hoeveel personen zijn jullie? / Met hoeveel zijn jullie?
Nous sommes six. / Nous sommes 6.
=
We zijn met z'n zessen.
la description
=
de beschrijving
un couvert
=
een bestek
une assiette
=
een bord
un verre
=
een glas
un supplément
=
een toeslag
être obligé de
=
verplicht zijn om
Tout est réglé.
=
Alles is opgelost
Ce n'est pas grave
=
Het is niet erg.
Le problème c'est que
=
Het probleem is dat
C'est à dire que
=
Ik bedoel dat
Je peux vous dépanner.
=
lk kan u uit de brand helpen.
Je peux encore faire quelque chose pour vous?
=
Kan ik nog iets voor u doen?
Quel est Ie problème?
=
Wat is het probleem?
faire partie de
=
deel uitmaken van
un extraterrestre
=
een buitenaards wezen
un second compte
=
een tweede account
en réalité
=
in werkelijkheid
aisément
=
moeiteloos
approximativement / environnement
=
ongeveer
à n'importe quelle heure
=
op welk uur dan ook
les deux tiers
=
twee derde
supprimer / enlever
=
weghalen
Il ne répond jamais aux messages.
=
Hij reageert nooit op berichten.
Il publie des citations sur son statut.
=
Hij zet citaten op zijn profiel.
Je pense que
=
Ik denk dat ...
Je crois que
=
Ik geloof dat ...
Je trouve que ce type est trop bavard. / Je trouve que ce type parle trop.
=
Ik vind dat die vent te veel kletst.