EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
Malmberg
D'accord3
56v
5-6vwo-H1-NF
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
le petit boulot
=
de bijbaan
les soldes
=
de uitverkoop
le passe-temps
=
de vrijetijdsbesteding
télécharger
=
downloaden
surfer sur le web
=
internetten
regretter
=
spijt hebben van
s’éclater
=
uit je dak gaan
sortir
=
uitgaan
inventer
=
verzinnen
célibataire
=
vrijgezel
se présenter
=
zich voorstellen
Tu vas souvent en ville ?
=
Ga je vaak naar de stad?
Je vais te poser les questions.
=
Ik ga je de vragen stellen.
Tu penses à quoi ?
=
Waar denk je aan?
Quel est ton magasin préféré ?
=
Wat is je lievelingswinkel?
Qu’est-ce que tu aimes lire ?
=
Wat lees je graag?
Nous sommes des élèves de … à …
=
Wij zijn leerlingen van … in …
Veux-tu parler de ta famille ?
=
Wil je over je familie vertellen?
Est-ce que tu habites dans le centre-ville ?
=
Woon je in het centrum van de stad?
On est prêts ?
=
Zijn we klaar?
Voudrais-tu répondre à nos questions?
=
Zou je onze vragen willen beantwoorden?
le métier
=
het beroep
être disponible
=
beschikbaar zijn
participer à
=
deelnemen aan
l'énergie renouvelable
=
de duurzame energie
la ressource en énergie
=
de energiebron
fossile
=
fossiel
l’art contemporain
=
de hedendaagse kunst
l’environnement
=
het milieu
face à
=
tegenover
lors de
=
tijdens
montrer
=
tonen / laten zien
la filière
=
het vakkenpakket
s’intéresser à
=
zich interesseren voor
se concentrer sur
=
zich richten op
la diversité des métiers
=
de diversiteit van beroepen
l’avenir de notre planète
=
de toekomst van onze planeet
la responsabilité des humains
=
de verantwoordelijkheid van de mens
un thème qui correspond à
=
een thema dat overeenkomt
une promenade à travers
=
een wandeling langs
des oeuvres artistiques contemporaines
=
hedendaagse kunstwerken
le parc propose
=
het park biedt aan
je m’intéresse à
=
ik interesseer me voor
utiliser d’une manière responsable
=
op een verantwoorde manier gebruiken
être fait pour
=
geschikt zijn voor
face à l’environnement
=
tegenover het milieu
lors de la visite
=
tijdens de rondleiding