Eten en drinken

Eten en drinken leren in het Frans


Wil je eten en drinken leren in het Frans?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • manger = eten
  • boire = drinken
  • J'ai faim = Ik heb honger
  • J'ai très soif = Ik heb erge dorst
  • goûter quelque chose = iets proeven
  • cuisiner = koken
  • faire du café = koffie zetten
  • un snack = een snack
  • le repas chaud = een warme maaltijd
  • bon appétit! = eet smakelijk!
  • à votre santé! = proost!
  • la soupe = de soep
  • l'œuf = het ei
  • le poisson = de vis
  • le poulet = de kip
  • végétarien = vegetarisch
  • jambon = ham
  • saucisson = worst
  • salade = salade
  • la sauce = de saus
  • le pain = het brood
  • Sandwichs = broodjes
  • Pâtes = pasta
  • riz = rijst
  • assaisonné = gekruid
  • moutarde = mosterd
  • huile = olie
  • vinaigre = azijn
  • épicé = pittig
  • aigre-doux = zoetzuur
  • zoetzuur (eigenlijk zuur-zoet)

  • amer = bitter
  • gras = vet
  • croustillant = krokant
  • du ​​jus d'orange = sinaasappelsap
  • du sucre = de suiker
  • lait = melk
  • le beurre = de boter
  • chantilly = slagroom
  • du fromage = de kaas
  • confiture = jam
  • chocolat = chocolade
  • la glace = ijs
  • une part de gateau = een stuk taart
  • un biscuit = het koekje