EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Italiaans
Prisma - Italiaans voor zelfstudie - 1
Hoofdstuk 11 - Les 11
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Italiaans
Nederlands
il concerto
=
het concert
il biglietto
=
het kaartje
la rappresen–
=
de theater
tazione teatrale
=
voorstelling
recitare
=
toneelspelen
finire
=
eindigen / afgelopen zijn
il teatro
=
het theater
andare via
=
weggaan
via
=
weg
dopo
=
na / na afloop van
ecco
=
hier: hier is
il giorno dopo
=
de dag erna
ieri
=
gisteren
bravo
=
goed
la commedia
=
de komedie
Enrico Quarto
=
Hendrik de Vierde, titel van een komedie van Luigi Pirandello
lungo
=
Lang
un’ora e mezzo
=
anderhalf uur
il / la regista
=
de regisseur / regisseuse
accorciare
=
inkorten
il ruolo
=
de rol
fino a
=
tot / tot aan
fino alle nove
=
tot negen uur
sentire
=
horen
davvero?
=
echt waar?
succedere (successo)
=
gebeuren (gebeurd)
niente
=
niets
nessuno
=
niemand
con te
=
met jou
stufo di
=
beu van
il sospetto
=
de verdenking
mai
=
nooit