Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • adire = gaan (naar + acc.)
  • autem = echter
  • claudere = sluiten
  • dicere = zeggen
  • dormire = slapen
  • mille (onverbuigbaar) = duizend
  • nusquam = nergens
  • petere = zoeken/ vragen
  • quis = wie?
  • recipere/io = ontvangen/ opnemen
  • respondēre = antwoorden
  • tandem = eindelijk
  • senex/ senes = oude man