EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Cicero 2021 Basiswoorden
Blok 4 (Hfdst. 3, 2c)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
tu / tui / tibi / te / te
=
jij / jou
quoque
=
ook
qualis
=
hoedanig / van welke aard / zodanig als
iam
=
al / reeds / nu / van nu af aan
populus
=
volk
Romanus
=
(bijv. nw.) Romeins / (zelfst. nw.) Romein
idem / eadem / idem / eiusdem
=
dezelfde / hetzelfde
praesum (praeesse) / praefui
=
aan het hoofd staan van / leiden
talis
=
zo'n / (een) zodanig(e) / zulk(e)
nobis
=
ons (dat. en abl.)
res publica
=
staat
convenio / conveni / conventum
=
samenkomen / bijeenkomen
ad + acc.
=
naar / bij / tot
qui / quae / quod? / cuius
=
welke?
cupiditas / cupiditatis
=
begeerte / verlangen
ac
=
en
iudicium
=
proces / rechtszaak / vonnis / oordeel
longus
=
lang
primum (bijw.)
=
eerst / voor het eerst
caedes / caedis
=
moord / slachting
indignus
=
onwaardig / niet waard / schandelijk / smadelijk
maximus
=
grootste / zeer groot
futurum esse
=
te zullen zijn (inf. fut. van esse)