Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • mirus = wonderbaarlijk
  • bellum = oorlog
  • gero (gerÄ•re) / gessi / gestus = dragen / brengen / verrichten / uitvoeren
  • potestas / potestatis = macht / mogelijkheid / gelegenheid
  • habeo / habui / habitus = hebben / houden / (+ 2 acc.) beschouwen als
  • specto (spectare) = kijken naar / zien
  • multus = veel
  • multi = vele(n)
  • quamvis (voegw.) = hoewel
  • nemo / nullius = niemand
  • magnus = groot
  • servus = slaaf
  • libertus = vrijgelatene