Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • statim = meteen / onmiddellijk
  • iniuria = onrecht
  • mortuus = (bijv. nw.) dood / (zelfst. nw.) dode
  • volo (velle) / volui = willen
  • legatus = gezant / onderbevelhebber
  • adeo (adire) / adii / aditum = gaan / komen naar / zich wenden tot
  • usque = onafgebroken / helemaal
  • adeo = zozeer
  • morior (mori) / mortuus sum = sterven
  • confirmo (confirmare) = versterken / bevestigen / bemoedigen
  • primo (bijw.) = eerst / aanvankelijk
  • coepi = ik ben begonnen
  • dein(de) = vervolgens
  • lentus = langzaam
  • ago (agÄ•re) / egi / actus = voeren / drijven / doen / verrichten / (be)handelen
  • postremo (bijw.) = tenslotte
  • paro (parare) = voorbereiden / gereedmaken
  • obtineo / obtinui = in bezit nemen / in bezit houden