EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Cicero 2021 Basiswoorden
Blok 16 (Hfdst. 4, 4a en 4b)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
Romam
=
naar Rome
gen. + causa
=
wegens / om / ter wille van
honor / honoris
=
eer / (ere)ambt
nunc
=
nu
semper
=
altijd
existimo (existimare)
=
menen / geloven
eicio (eicĕre) / eieci / eiectus
=
(er)uit gooien
fugio (fugĕre) / fugi
=
vluchten
recipio (recipĕre) / recepi / receptus
=
terugkrijgen / terugnemen / ontvangen
virtus / virtutis
=
deugd / goede eigenschap / moed / dapperheid
potius (bijw.)
=
liever / eerder
vivus
=
levend
postquam
=
nadat
ullus / ullius
=
enig / iemand
do (dare) / dedi / datus
=
geven
consilium
=
plan / besluit / beleid / raad(geving) / advies
plenus + gen.
=
vol van / met
accusator / -oris
=
aanklager
quoniam
=
aangezien / omdat
crimen / criminis
=
beschuldiging / aanklacht / misdaad / vergrijp
loquor (loqui) / locutus sum
=
spreken
diu
=
lang / lange tijd
adduco (adducĕre) / adduxi / adductus
=
brengen naar / tot
fore (inf.)
=
te zullen zijn (
impello (impellĕre) / impuli / impulsus
=
(aan)drijven / in beweging brengen / ertoe brengen