Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • quo = waarheen / (+ comp.) naarmate / (+ conj.) opdat / om daardoor
  • libet mihi = ik wil graag
  • dum + ind. = terwijl / zolang als
  • dum + conj. = totdat / mits
  • locus = plaats / streek / gelegenheid / mogelijkheid
  • pervenio / perveni / perventum = (aan)komen / bereiken
  • desino (desinÄ•re) / desii / desitum = ophouden
  • aliquando = eens / ooit / soms
  • ibi = daar
  • ubi = waar (betr. voornw. van plaats) / (voegw.) zodra
  • invitus = niet willend / onwillig / tegen de wil van
  • post (bijw.) = daarna / later
  • testis / testis = getuige
  • tum (bijw.) = toen / dan / op dat moment / vervolgens / daarna
  • sapiens / sapientis = wijs
  • spes / spei = hoop / verwachting
  • ideo = daarom
  • tametsi = hoewel
  • misericordia = medelijden
  • quamquam (voegw.) = hoewel
  • contra + acc. = tegenover / tegen
  • vel = of
  • apud + acc. = bij