Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • civis / civis = burger
  • fingo (fingÄ•re) / finxi / fictus = vormen / vervaardigen / verzinnen
  • adversarius = tegenstander / vijand
  • opinor (opinari) = menen / denken / geloven
  • mensis / mensis = maand
  • debeo / debui / debitum = verschuldigd zijn / moeten
  • libero (liberare) + abl. = bevrijden van
  • pauci / paucorum (mv.) = weinige(n) / enkele(n)
  • sensus / sensus = waarneming- (svermogen) / gevoel / gedachte / mening
  • dolor / doloris = pijn / verdriet