Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • optimus = zeer goed / best
  • quare = waarom? / daarom / om die reden
  • cur? = waarom?
  • committo (committĕre) / commisi / commissus = aangaan (proelium) / begaan (scelus) / (+ dat.) toevertrouwen
  • placeo + dat. = bevallen / in de smaak vallen
  • placet mihi = ik ben het ermee eens / ik vind het goed / ik besluit
  • praetereo (praeterire) / praeterii = voorbijgaan / overslaan / onvermeld laten
  • necesse est = het is nodig / het is noodzakelijk
  • caelum = hemel
  • terra = aarde / grond / land
  • mare (mv. maria) = zee
  • rego (regĕre) / regi = leiden / besturen / regeren / besturen
  • ventus = wind
  • vehemens / vehementis = krachtig / hevig / sterk
  • tempestas / tempestatis = tijd / weer / storm
  • nimius = te veel / te groot
  • frigus / frigoris = kou
  • noceo / nocui + dat. = schaden
  • deleo / delevi / deletus = vernietigen / verwoesten
  • perdo (perdĕre) / perdidi = te gronde richten / verliezen
  • lux / lucis = licht
  • fruor (frui) / fructus sum + abl. = genieten van
  • miror (mirari) = bewonderen / zich verwonderen
  • imperium = macht / gezag / rijk