Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • nuntius = bode / bericht
  • te (acc.) = jou / je
  • interficio (interficĕre) = doden
  • iubeo (iubēre) = bevelen
  • nam = want / namelijk
  • numquam = nooit
  • semper = altijd
  • custodio (custodire) = bewaken / passen op
  • paro (parare) = gereedmaken / voorbereiden
  • gladius = zwaard
  • que = en (staat altijd achter het woord)
  • deinde (bijw.) = vervolgens
  • capio (capĕre) = pakken / (in)nemen
  • primum = eerst
  • ago (agĕre) = drijven / voeren / doen / verrichten
  • appropinquo (appropinquare) + dat. = naderen
  • saluto (salutare) = begroeten
  • plenus, -a, -um + gen. = vol van / met
  • mihi (dat.) = (aan / voor) mij
  • longus, -a, -um = lang
  • narro (narrare) = vertellen