Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • Romanus = Romein / Romeins
  • cum + abl. = met
  • subito (bijw.) = plotseling
  • cum (voegwoord) = toen / wanneer
  • ubi? = waar?
  • pugno (pugnare) = vechten
  • petivi = perf. van peto (petĕre)
  • peto (petĕre) = streven naar / proberen te bereiken / vragen / gaan naar / afgaan op
  • pugna = gevecht
  • cecidi = perf. van cado (cadĕre)
  • cado (cadĕre) = vallen / sneuvelen
  • interfeci = perf. van interficio (interficĕre)
  • superbus, -a, -um = trots / hoogmoedig
  • castra (o. mv.) = legerkamp
  • arma (o. mv.) = wapens
  • dignus, -a, -um + abl. = waard / waardig
  • sine + abl. = zonder
  • dubium = twijfel
  • pro + abl. = voor / ten behoeve van / in plaats van
  • patria = vaderland
  • tamen = toch
  • quia = omdat / aangezien
  • pareo (parēre) + dat. = gehoorzamen
  • poena = straf / boete
  • notus, -a, -um = bekend