EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Minerva 1
Woorden 8A
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
cura
=
zorg
qui
=
die (betrekkelijk voornaamwoord)
princeps, principis (m)
=
de eerste / leider / keizer
mos, moris (m)
=
gewoonte / gebruik
pax, pacis (v)
=
vrede
bellum
=
oorlog
urbs, urbis (v)
=
stad / dé stad / Rome
ante + acc.
=
voor
exerceo (exercēre)
=
(uit)oefenen
inter + acc.
=
tussen / te midden van
hostis, hostis (m)
=
vijand
dux, ducis (m) leider
=
leider
trado (tradĕre)
=
overhandigen / uitleveren / overleveren
tradidi
=
perf. van trado (tradĕre)
vobis (dat.)
=
(aan / voor) jullie
populus
=
volk
hic, haec, hoc (huius)
=
deze / dit / hij / zij / het
is, ea, id (eius)
=
hij / zij / het / deze / dit / die / dat
munus, muneris (o)
=
geschenk / taak
ius, iuris (o)
=
recht
sicut
=
zoals
novus, -a, -um
=
nieuw
scelus, sceleris (o)
=
misdaad
vici
=
perf. van vinco (vincĕre)
vinco (vincĕre)
=
overwinnen / overtreffen
virtus, virtutis (v)
=
deugd / goede eigenschap / moed / dapperheid
deinde
=
daarna / vervolgens
post + acc.
=
na / achter
dedi
=
perf. van do (dare)
egi
=
perf. van ago (agĕre)