Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • cresco (crescÄ•re) = groeien
  • parens, parentis (m / v) = ouder (vader / moeder)
  • durus, -a, -um = hard / moeilijk
  • mitis, -is, -e (mitis) = zacht / vriendelijk
  • opto (optare) = wensen
  • parvus, -a, -um = klein
  • satis = voldoende
  • regnum = rijk / heerschappij
  • coniunx, coniugis (m / v) = echtgenote / vrouw / echtgenoot / man
  • regius, -a, -um = koninklijk
  • vultus = gezicht
  • se (acc.) = zich / hij / zij (ev.) / zij (mv.) (in AcI)