EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Minerva 1
Woorden 13A
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
duo, duorum
=
twee
alter, alterius
=
(een) ander
iter, itineris (o)
=
weg / reis / mars
simul (bijw.)
=
tegelijk(ertijd)
provincia
=
(ambt)gebied / provincie
multitudo, multitudinis (v)
=
menigte
videor (videri)
=
schijnen / de indruk wekken
sibi
=
dat. van se
similis + gen. / dat.
=
gelijk aan / gelijkend op
ordo, ordinis (m)
=
rij / gelid
aliquando (bijw.)
=
eens / ooit / soms
adduco (adducĕre)
=
brengen (naar / tot)
medius, -a, -um
=
in het midden / middelste
quis?
=
wie
iterum (bijw.)
=
weer / opnieuw
sto (stare)
=
staan
comes, comitis (m / v)
=
metgezel / vriend
laudo (laudare)
=
prijzen
ille
=
die (aanwijzend vnw.)
fallo (fallĕre)
=
bedriegen / ontgaan