Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • amplus, -a, -um = ruim / aanzienlijk
  • amplius (bijw.) = meer (vergrotende trap)
  • proficiscor (proficisci) = vertrekken
  • Iuppiter, Iovis = Jupiter
  • maximus, -a, -um = grootste / zeer groot
  • maxime (bijw.) = vooral / het meest
  • libenter (bijw.) = graag
  • postulo (postulare) = (op)eisen
  • instituo (instituĕre) = beginnen / instellen
  • remotus = ppp van removeo (removēre)
  • removeo (removēre) = verwijderen
  • fore (inf.) = te zullen zijn (
  • quare = waarom? / daarom / om die reden
  • quis, quid (cuius) = iemand / iets