Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • minor, -or, -us (minoris) = minder
  • prope (bijw.) = dichtbij / bijna
  • proximus, -a, -um = naast / zeer dichtbij (overtreffende trap bij prope)
  • proximi (nom. mv.) = (naaste) verwanten
  • civitas, civitatis (v) = burgerij / staat / stad(staat)
  • expugno (expugnare) = veroveren
  • comparo (comparare) = vergelijken / gereedmaken 3. verwerven
  • reliqui, relinquo (relinquĕre) = perf. van relinquo (relinquĕre) verlaten / achterlaten
  • nemo, neminis = niemand
  • umquam = ooit
  • hodie (bijw.) = vandaag (de dag) / tegenwoordig
  • conor (conari) = proberen
  • effeci, efficio (efficĕre) = perf. van efficio (efficĕre) tot stand brengen / bewerken
  • eo (ire) = gaan
  • antea (bijw.) = vroeger / tevoren
  • copia = voorraad / overvloed
  • copiae (mv.) = troepen / legermacht
  • pervenio (pervenire) = (aan)komen / bereiken