EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Minerva 2
Woorden 17B: De tocht van Hannibal
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
minor, -or, -us (minoris)
=
minder
prope (bijw.)
=
dichtbij / bijna
proximus, -a, -um
=
naast / zeer dichtbij (overtreffende trap bij prope)
proximi (nom. mv.)
=
(naaste) verwanten
civitas, civitatis (v)
=
burgerij / staat / stad(staat)
expugno (expugnare)
=
veroveren
comparo (comparare)
=
vergelijken / gereedmaken 3. verwerven
reliqui, relinquo (relinquĕre)
=
perf. van relinquo (relinquĕre) verlaten / achterlaten
nemo, neminis
=
niemand
umquam
=
ooit
hodie (bijw.)
=
vandaag (de dag) / tegenwoordig
conor (conari)
=
proberen
effeci, efficio (efficĕre)
=
perf. van efficio (efficĕre) tot stand brengen / bewerken
eo (ire)
=
gaan
antea (bijw.)
=
vroeger / tevoren
copia
=
voorraad / overvloed
copiae (mv.)
=
troepen / legermacht
pervenio (pervenire)
=
(aan)komen / bereiken