EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Minerva 2
Woorden 21A: Grafschriften 1
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
cinis, cineris (m)
=
as
queror (queri)
=
(be)klagen
carus, -a, -um
=
dierbaar / geliefd / duur
communis, -is, -e (communis)
=
gemeenschappelijk
via
=
weg
desino (desinĕre)
=
ophouden
pectus, pectoris (o)
=
borst / hart
tempus, temporis (o)
=
tijd(stip)
membrum
=
lichaamsdeel / lid / (mv.) ledematen
sepulc(h)rum
=
graf(tombe)
disco (discĕre)
=
leren / leren kennen / vernemen
umbra
=
schaduw / schim
quemadmodum
=
hoe? / zoals
huc (bijw.)
=
hierheen
converto (convertĕre)
=
(om)draaien / veranderen
lego (legĕre)
=
verzamelen / (uit)kiezen 3. lezen
sisto (sistĕre)
=
doen staan / plaatsen / doen stilstaan / tegenhouden
gradus, gradus
=
pas / stap / trede
quamvis + conj.
=
hoewel / ook al
manes, manium (m, mv.)
=
de schimmen / de zielen van de doden
hospes, hospitis (m)
=
gast / vreemdeling / gastheer
mollis, -is, -e (mollis)
=
zacht / week
os, ossis (o)
=
bot
valeo (valēre)
=
krachtig / sterk / gezond zijn / bij machte zijn / in staat zijn
bene facio (facĕre)
=
iets goeds doen / goed behandelen
aeternus, -a, -um
=
eeuwig