EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Eisma
Minerva 2
Woorden 22B: Dumnorix ruit de Galliërs op
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
una (bijw.)
=
tezamen / tegelijk (met) (vaak met cum)
res novae (mv.)
=
omwenteling / revolutie
auctoritas, auctoritatis (v)
=
gezag / invloed / aanzien
quod
=
omdat / dat (voegwoord) 3. die / dat (betr. vnw.) 4. een of andere / 'n
defero (deferre)
=
(weg)brengen / overdragen
dictum
=
woord
recuso (recusare)
=
weigeren
causa + gen.
=
wegens / om / ter wille van (causa staat direct achter het woord in de genitivus)
primo (bijw.)
=
eerst / aanvankelijk
preces, precum (v, mv.)
=
smeekbede / verzoek
contendi
=
perf. van contendo (contendĕre)
contendo (contendĕre)
=
zich inspannen / zich haasten 3. strijden
impedio (impedire)
=
verhinderen / belemmeren
singuli (mv.)
=
één voor één / (ieder) afzonderlijk
hortor (hortari)
=
aansporen