Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • bene (bijw.) = goed
  • sapiens, sapientis = wijs / (zelfst. nw.) de wijze
  • instituo = instellen / beginnen
  • quod = betr. vnw. / omdat / dat
  • nihil (onz.) = niets
  • homo, hominis = mens / man
  • sine + abl. = zonder
  • immortalis = (bijv. nw.) onsterfelijk / (zelfst. nw. mv.) goden
  • deus = god
  • ops, opis = hulp / macht / kracht / vermogen
  • consilium = plan / besluit / beleid / raad(geving) / advies
  • potior, potioris = liever / verkieslijker
  • consul, consulis = consul
  • magis = meer
  • quam (na comp.) = dan
  • senatus, senatus = senaat
  • auctoritas, auctoritatis = gezag / invloed / aanzien
  • res publica, rei publicae = staat
  • optimus = beste / zeer goed / voortreffelijk
  • princeps, principis = de eerste / leider / keizer
  • excito (excitare) = (op)wekken / aansporen / opjagen
  • quis?, cuius (zelfst.) = wie? wat?
  • qui?, cuius (bijvoegl.) = welke?
  • enim = immers / want / namelijk
  • aut (. . . aut) = of (. . . of)
  • pulcher, pulchri = mooi
  • munus, muneris = taak / geschenk
  • similis + gen. / dat. = gelijk aan / gelijkend op