Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • alius, alterius = (een) ander
  • alius . . . alius = de een . . . de ander
  • caput, capitis (onz.) = hoofd / hoofdstad (
  • medius (bijv. nw.) = in het midden / middelste
  • aurum = goud
  • sto (stare) = staan
  • intro (intrare) = binnenkomen
  • maximus = grootste / zeer groot
  • honor, honoris = eer / (ere)ambt
  • pro + abl. = voor / ten behoeve van / ter verdediging van / in plaats van / in ruil voor
  • templum = tempel
  • sic (bijw.) = zo
  • fio (fieri) = worden / gebeuren / gemaakt worden
  • summus = grootste / hoogste
  • servo (servare) = beschermen / bewaren / behouden
  • cum + ind. = wanneer / toen
  • cum + conj. = toen / nadat / omdat / hoewel
  • itaque (bijw.) = daarom
  • tuus = jouw / uw
  • statua = standbeeld
  • cerno (cernÄ•re) = waarnemen / zien