Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • dubito (dubitare) = aarzelen / (be)twijfelen
  • numquam = nooit
  • ideo (bijw.) = daarom
  • prosum (prodesse) = voordelig zijn / van nut zijn
  • fateor = bekennen / toegeven
  • crimen, criminis (onz.) = beschuldiging / aanklacht / misdaad / vergrijp
  • auctor, auctoris = initiatiefnemer / ontwerper / zegsman
  • adfero (adferre) = meebrengen / ergens heen brengen / overbrengen
  • vinum = wijn
  • desino (desinĕre) = ophouden
  • viginti (onverbuigbaar) = twintig
  • culpa = schuld
  • error, erroris = zwerftocht / vergissing / misvatting
  • convenio = samenkomen
  • carmen, carminis = lied / gedicht
  • quasi = zoals / alsof / als het ware
  • scelus, sceleris (onz.) = misdaad
  • committo (committĕre) = aangaan (proelium) / begaan (scelus) / (+ dat.) toevertrouwen
  • mos, moris (vrl.) = gewoonte / gebruik
  • mores (mv.) = karakter / levenswijze / gedrag
  • discedo (discedĕre) = uiteengaan / weggaan
  • veto (vetare) = verbieden
  • necessarius = noodzakelijk
  • consulo (consulĕre) = beraadslagen / (+ acc.) raadplegen / (+ dat.) zorgen voor
  • aetas, aetatis = tijd / leeftijd / leven
  • constat + A.c.I. = het staat vast dat
  • coepi (perf.) (coepisse) = ik ben begonnen / ik begon