Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • causa = reden / oorzaak / zaak / rechtszaak
  • spero (sperare) = hopen / verwachten
  • inde (bijw.) = daarvandaan / vandaar / daarna / daarom
  • novi (perf.) (novisse) = kennen / weten
  • opus, operis (onz.) = werk
  • vix (bijw.) = met moeite / nauwelijks
  • quattuor = vier
  • alo (alĕre) = (op)voeden / grootbrengen
  • turba = verwarring / menigte / massa
  • fames, famis = honger
  • Romae = te Rome
  • pauper, pauperis = arm
  • grex, gregis = kudde / troep
  • queror (queri) = (be)klagen
  • laedo (laedĕre) = beschadigen / verwonden / kwetsen
  • modo (bijw.) = slechts / zo-even / onlangs
  • eo (ire) = gaan / komen
  • occupo (occupare) = bezetten / in bezit nemen
  • nuper = onlangs
  • mensa = tafel
  • bellum = oorlog
  • os, oris (onz.) = mond / gezicht
  • saluto (salutare) = begroeten (als)
  • donum = geschenk
  • numero (numerare) = tellen
  • aureus = gouden / van goud
  • responsum = antwoord
  • superi (mv.) = (hemel)goden