EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Ars legendi
Vidi
Vidi 01.9
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
velle
=
volo, willen
urbs
=
urbis, vr., de stad
tollere
=
tollo, 1. opheffen 2. meenemen 3. wegnemen
movere
=
moveo, 1. (doen) bewegen 2. beïnvloeden, raken
iam
=
1. al 2. dadelijk
adesse
=
adsum, 1. aanwezig zijn 2. bijstaan
alius
=
alia, aliud, (een) andere
casus
=
casus, m., 1. de val 2. het toeval 3. de belevenis, het voorval
incipere
=
incipio, beginnen
ire
=
eo, gaan
longus
=
longa, longum, lang
magnus
=
magna, magnum, groot
mare
=
maris, onz., de zee
modus
=
modi, m., 1. de maat 2. de manier, de wijze
occidere
=
occido, doden
posse
=
possum, kunnen
reperire
=
reperio, vinden, terugvinden
se
=
zich
spectare
=
specto, bekijken, kijken naar
tenere
=
teneo, houden, vasthouden
vertere
=
verto, 1. draaien 2. omkeren