Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • cur? = waarom?
  • maritus = mariti, m., de echtgenoot
  • femina = feminae, vr., de vrouw
  • horrere = horreo, huiveren voor
  • quondam = ooit
  • frater = fratris, m., de broer
  • natura = naturae, vr., de natuur
  • par = par, par, 1. + dat.: gelijk aan 2. evenwaardig
  • superior = superior, superius, 1. hoger (gelegen) 2. vroeger
  • hodie = vandaag
  • privatus = privata, privatum, privĂ©, persoonlijk
  • malum = mali, onz., 1. het kwaad 2. de kwaal
  • avaritia = avaritiae, vr., de hebzucht
  • continere = contineo, 1. bijeenhouden 2. in toom houden
  • nolle = nolo, niet willen
  • pervenire = pervenio, bereiken, aankomen
  • offerre = offero, aanbieden
  • perdere = perdo, 1. in het ongeluk storten 2. verliezen
  • accipere = accipio, 1. vernemen 2. ontvangen
  • queri = queror, klagen