EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Ars legendi
Vidi
Vidi 11.1-11.3
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
cur?
=
waarom?
maritus
=
mariti, m., de echtgenoot
femina
=
feminae, vr., de vrouw
horrere
=
horreo, huiveren voor
quondam
=
ooit
frater
=
fratris, m., de broer
natura
=
naturae, vr., de natuur
par
=
par, par, 1. + dat.: gelijk aan 2. evenwaardig
superior
=
superior, superius, 1. hoger (gelegen) 2. vroeger
hodie
=
vandaag
privatus
=
privata, privatum, privé, persoonlijk
malum
=
mali, onz., 1. het kwaad 2. de kwaal
avaritia
=
avaritiae, vr., de hebzucht
continere
=
contineo, 1. bijeenhouden 2. in toom houden
nolle
=
nolo, niet willen
pervenire
=
pervenio, bereiken, aankomen
offerre
=
offero, aanbieden
perdere
=
perdo, 1. in het ongeluk storten 2. verliezen
accipere
=
accipio, 1. vernemen 2. ontvangen
queri
=
queror, klagen