Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • curam = cura, de zorg
  • officio = officium, de plicht, de taak
  • minimo = minimus, zeer klein, kleinste
  • constituerunt = constituere, 1. plaatsen 2. beslissen
  • luna = luna, de maan
  • apparebit = apparere, 1. verschijnen 2. blijken
  • spiritu = spiritus, 1. de adem 2. de geest
  • priore = prior, vroeger, vorig
  • respexit = respicere, 1. omkijken 2. rekening houden met
  • comprehendi = comprehendere, 1. grijpen 2. begrijpen
  • duximus = ducere, leiden
  • patrum = patres, 1. de voorouders 2. de senatoren
  • mense = mensis, de maand
  • tertio = tertius, derde
  • diu = diu, lang, lange tijd
  • inde = inde, 1. daarvandaan, vandaar 2. daarna
  • cum primum = cum primum, zodra
  • decem = decem, tien
  • quamquam = quamquam, hoewel
  • igitur = igitur, dus
  • usque ad = usque ad, helemaal tot bij