Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • imperio = imperium, 1. het bevel 2. het oppergezag 3. het rijk
  • oravit = orare, bidden, smeken
  • vectus sum = vehere, 1. voeren 2. (passief) varen, rijden
  • reppererit = reperire, vinden, terugvinden
  • consistit = consistere, blijven staan