Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • comperire = comperio, te weten komen
  • consulere = consulo, 1. raadplegen 2. overleggen
  • dimittere = dimitto, 1. wegsturen 2. loslaten
  • fungi = fungor + abl. , (een taak) vervullen
  • senex = senis, m., de oude man
  • existimare = existimo, 1. menen, vinden 2. beschouwen als
  • differre = differo, 1. verschillen 2. uitstellen
  • auctor = auctoris, m., de dader, de verantwoordelijke
  • ullus = ulla, ullum, ook maar één, enig
  • plerique = pleraeque, pleraque, de meeste(n)
  • nimis = bijwoord, te veel, te zeer
  • necesse est = onpersoonlijk, het is noodzakelijk
  • longe = bijwoord, 1. ver 2. verreweg
  • in- = on-
  • tuus = tua, tuum, jouw, je, uw
  • descendere = descendo, afdalen
  • evenire = evenit, 1. aflopen 2. gebeuren