EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Lingua Latina
Les 9
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
ubique
=
Overal
quaerere
=
zoeken / vragen
modo ... modo ...
=
nu eens ... dan weer ...
apud
=
bij
faber
=
handwerker
ante
=
voor
pretium
=
prijs
scire
=
weten / kennen
vox / vocis
=
stem
gaudium
=
vreugde / plezier
tum
=
dan / vervolgens / toen
vadere
=
gaan / lopen
cito
=
snel
officium
=
taak / plicht
bene
=
goed
explere
=
vervullen / uitvoeren
statim
=
meteen / onmiddellijk
adeo
=
zo erg / zozeer
deserere
=
verlaten / in de steek laten
cum
=
toen
quo?
=
waarheen?
firmus
=
sterk / stevig
tenere
=
houden / vasthouden
abducere
=
wegvoeren / ontvoeren
evadere
=
ontkomen / ontsnappen
votum
=
gebed
carcer / carceris
=
kerker / gevangenis
claudere
=
sluiten / opsluiten
nonnulli
=
enige / enkele
discedere
=
Weggaan