EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Lingua Latina
Les 11
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
privatus
=
persoonlijk / eigen
comparare
=
bijeenbrengen / op de been brengen
aeternus
=
eeuwig
imminere
=
dreigen / bedreigen
nos
=
wij
paulum
=
korte tijd / even
Caesar / Caesaris
=
Caesar
dictator
=
dictator
insidiae
=
hinderlaag / aanslag
occidere
=
doden / doodslaan
fere
=
bijna / ongeveer
Graecia
=
Griekenland
se
=
zich
sibi /
se
zich
heres / heredis
=
erfgenaam
inimicus
=
vijand / vijandig
seditio
=
opstand / oproer
donec
=
totdat
sibi
=
zich
sibi
/ se
zich
conciliare
=
tot stand brengen
conciliare sibi
=
voor zich winnen
notus
=
bekend
vos
=
jullie
ceteri
=
overige / rest
regina
=
koningin
provincia
=
provincie
imperium
=
macht / rijk
concedere
=
toestaan / afstaan / geven
ut
=
zoals / als
vivere
=
leven
pax / pacis
=
vrede
diuturnus
=
langdurig
honor
=
eer
tribuere
=
verlenen / geven
nominare
=
noemen / benoemen
ara
=
altaar
vovere
=
beloven / wijden
licet mihi
=
ik mag
inter
=
tussen / tijdens
perturbare
=
in verwarring brengen
audacia
=
moed / overmoed / brutaliteit